Aan een aantal gebouwen langs de route zijn beelden en verhalen verbonden.
Zo viel Amerikaanse kaptein Hauptfleisch met zijn parachute dwars door het dak van de champignonschuur bij het woonhuis op nr 24.
Hiernaast op nr 26 staat het huis van de toenmalige gemeentesecretaris Peters Weem; de woning kreeg in die oorlogsdagen de functie van lazaret voor geallieerde en Duitse gewonden.
Louis Hauptfleisch trad in 1941 toe tot het leger en klom op tot de rang van kapitein.
Hij was betrokken bij diverse acties in de 2e Wereldoorlog.
Zo was hij achtereenvolgens actief in Noord Afrika, Sicilië, Italië, de landing in Normandië, Market Garden, het Ardennenoffensief, de slag om het Reichswald en daarvoor meermalen onderscheiden.
Hij maakte overal foto ‘s en schreef 343 brieven naar het thuisfront.
Bij de landing op 17 september 1944 kwam hij terecht op het dak van een schuur in Overasselt.
Als 1e stafofficier in het 504e Airborne regiment onder leiding van kolonel Tucker was hij aanwezig bij de briefing voor de Waaloversteek.
Na de oorlog is hij nog tweemaal in Nederland terug geweest en daarbij heeft hij ook het Bevrijdingsmonument in Overasselt bezocht.
Een filmimpressie van zijn avonturen is bijgevoegd (zie koppeling onder).
In het witte huis op nr 33 woonde burgemeester Hugenpoth; zijn fraaie auto was verstopt in een boerenschuur en werd al gauw ingebruikgenomen door de geallieerden, terwijl de burgemeester nog ondergedoken zat in Leur.
Op nr 20 bij de hoek met het Hutsestraatje stond vroeger boerderij de Morsheuvel van de familie Welles.
In 1941 is deze boerderij verwoest door het neerstorten van een Brits Sterling bommnwerper.
De slapende familie (Jan en Marie en hun zoontje van 6 maanden) en de voltallige 7-koppige bemanning waren op slag dood.
Er zijn een aantal foto's van bijeen gebrachte Duitse krijgsgevangen met veelal de boerderij op nr 12 als achtergrond; ook zijn er op die plek beelden van het verzamelen van gebruikte parachutes.
De ontmoeting tussen de generaals Frederick Browning (GB) en James Gavin (VS) heeft historische betekenis gekregen; hij is genomen voor de huidige fietsenzaak van Wagenberg; Browning was een man van weinig woorden, zijn vrouw (de beroemde schrijfster Daphne du Maurier) gebruikte er meer!
Het huis aan de andere kant op nr 5 was in de meidagen dan 1940 ingebruik als hoofdkwartier van de Nederlandse militairen olv majoor Weber, die belast waren met de bewaking van de bruggen in Heumen en Grave.
Er is ook een mooie foto waarop je op dezelfde plek ziet dat de Britse en Amerikaanse soldaten met elkaar contact maken.
Op een aantal foto's is de doortocht van tanks en legervoertuigen op de Schoonenburgseweg/Hoogstraat te zien met op de achtergrond nog bestaande gebouwen en de enthousiaste bevolking langs de weg.
Hier is ook een kort You Tube filmpje van (zie onder).
Het buurtschap Schoonenburg was tot het einde van de 19e eeuw het centrum van het dorp.
De naam is verbonden aan de havezaath die in de 17e eeuw onderdak bood aan de adellijke familie van der Moelen die later verhuisde naar het kasteel Slimsijp (of Klein Schoonenburg) aan de Kasteelsestraat.
Het oorspronkelijke Schoonenburg heeft gestaan in de huidige fruitboomgaard en is in de 19e eeuw volledig gesloopt.
Na de Franse tijd werd in deze buurt ook het gemeentehuis gevestigd.
Eerst in het uit 1768 daterende Borrenbos, dat ook een café, schoenmakerij en boerderijfunctie heeft gehad.
Omdat een nieuwe drankwet het houden van raadsvergaderingen in een drinklokaal verbood, moest een nieuw onderkomen worden gezocht. br>Daarop is besloten om pal ernaast een nieuw gemeentehuis te bouwen dat in 1882 in gebruik is genomen.
Een oude anekdote uit die tijd verhaalt over deze locatiekeuze: Het schijnt dat men op klompen staande vanaf de grenzen van de gemeente naar het midden is gaan lopen en dat men elkaar tegen kwam op dit punt!
Nadat de gemeente in 1972 verhuisde naar de pastorie naast de kerk is het gemeentehuis hier afgebroken.
Destijds stonden er drie leilindes voor en die markeren de plek nog steeds.
De nabij gelegen Johannahoeve uit het midden van de 18e eeuw had ook verschillende soorten nering waaronder een smederij en bevestigde daarmee het centrumkarakter van het buurtschap.
Met de bouw van de nieuwe parochiekerk in 1891 is het centrum geleidelijk weer verplaatst naar de huidige locatie.